David Müskens is gespecialiseerd in het behandelen van (top)turners met zijn eigen ontwikkelde therapie in de turnschoen. Veel kinderen starten al op jonge leeftijd met sporten in de gymzaal. David is ervaren in het behandelen van kinderen met problemen aan de onderste extremiteit.
De ontwikkeling:
De kindervoet kan niet vergeleken worden met de volwassen voet. Na de geboorte zijn nog niet alle botstructuren in de voet aanwezig. Tevens werken niet alle voet- en beenspieren optimaal. Dit heeft als gevolg dat voetjes van zuigelingen vaak een platte vorm hebben, dit komt omdat er onder de voet een dik vetkussen zit. Baby’s trappelen graag met hun voetjes, hierdoor worden de voetspieren geprikkeld in hun ontwikkeling. Te strakke sokken, te kleine schoenen of te strak ingestopte dekens mogen dit niet belemmeren.
Rond het eerste levensjaar (10-18 maanden) zal een kind zijn eerste stapjes wagen. Zodra een kind zijn eigen lichaamsgewicht kan dragen zal hij of zij uit zichzelf gaan staan en lopen. Dit mag niet overdreven gestimuleerd worden aangezien de botten nog uit kraakbeen bestaan. Een kind gaat staan en lopen zodra de voet klaar is om het eigen lichaamsgewicht te dragen. Het is normaal dat de benen van baby’s een O-stand hebben. Dit vergemakkelijkt het nog onzekere voortbewegen aangezien het steunvlak wordt vergroot en hierdoor meer stabiliteit wordt gecreëerd.
Rond het tweede jaar kan tijdens de groei een X-stand van de benen ontstaan. Meestal gaat dit tussen het zesde en het achtste jaar vanzelf over. Ook hebben kinderen in deze leeftijdsfase nog vaak platvoeten. Dit is niets zorgwekkends aangezien de stand van de X-benen zich herstelt waarna de voeten en benen recht gaan staan. Tevens ontwikkelt zich dan een ‘normale’ voetboog.
Tot de leeftijd van 8 jaar is er dus geen reden om ongerust te zijn als de stand van de kindervoet niet overeenkomt met wat voor die leeftijd gebruikelijk is. Kinderen geven niet altijd aan wanneer zij pijn hebben. Vaak geeft een plotseling veranderd looppatroon aan dat het kind pijn heeft. Let dus altijd goed op het looppatroon van een kind en neem bij aanhoudende problemen contact op met een huisarts of podotherapeut. Wanneer kinderen voetpijn aangeven verzinnen ze dit meestal niet. Neem het serieus en houd in de gaten waar, wanneer en hoeveel pijn er is. Ook hier: neem bij aanhoudende klachten contact op met een professional. Hieronder volgen drie veel voorkomende klachten.
Groeipijn
Het is bekend dat ongeveer 10% van de kinderen last heeft van groeipijnen. Deze groeipijnen zijn het meest voorkomend bij kinderen tussen de 4 en 14 jaar. Tijdens een groeispurt groeien de botten vaak harder dan de spieren. Dit resulteert vaak tot (tijdelijke) spierverkortingen, welke verhoogde spierspanning en een afwijkende biomechanica veroorzaken.
Achillespeesklachten
De achillespees is het uiteinde van twee samenkomende kuitspieren: de M. Gastrocnemius en de M. Soleus. Deze lange pees loopt aan de achterkant van het onderbeen naar beneden en hecht aan op het hielbeen. De achillespees verbindt de sterke kuitspieren met de voet en zorgt ervoor dat men op de tenen kan gaan staan. De achillespees is noodzakelijk om rechtop te kunnen lopen.
Achillespeesklachten kunnen acuut ontstaan aangezien kinderen vaak buiten spelen of sporten. Hierbij heb je vaak te maken met een plotseling start- en stopmoment en vele spring- en draaimomenten. In het acute stadium vertoont de achillespees duidelijk ontstekingsverschijnselen: roodheid, zwelling, warmte en pijn.
Men spreekt over een chronische achillespeesblessure wanneer deze langer dan 6 weken aanwezig is. De pijn bevindt zich meestal ter hoogte van de aanhechting op de hiel of tot 6 cm hierboven. Chronische klachten ontstaan vaak als gevolg van een afwijkende, hypermobiele voetstand. Tijdens belasting zakt de voetboog te ver naar beneden en draait het onderbeen te ver naar binnen. Als gevolg hiervan ontstaan er vergrote trekkrachten aan de achillespees, met als gevolg pijnklachten. Wanneer blijkt dat de afwijkende voetstand de oorzaak is van de klacht is het verstandig podotherapeutische inlegzolen aan te meten met voldoende correctie en eventuele schokdemping. Daarnaast is het erg belangrijk om de kuitspieren goed te rekken.
Morbus Sever
Bij de klacht Morbus Sever bevindt de pijn zich in de groeischijf in de hiel. Deze specifieke pijnklachten komen vaak voor bij actieve kinderen tussen de 8 en 13 jaar. In deze leeftijd is de groeischijf nog niet gesloten. Het hielbeen en de voet zijn nog niet volgroeid. De Latijnse benaming voor hielbeen is Calcaneus. De buitenste schil hiervan noemt men de Apophyse. Een ontstekingsreactie hiervan wordt ook wel Apophysitis Calcanei genoemd.
De oorzaken van deze klacht zijn; frequent blootsvoets lopen of intensieve lichamelijke activiteiten zoals buitenspelen of sporten. Hierbij krijgen de voeten hoge grondreactiekrachten te verduren. Als gevolg hiervan ontstaat er een irritatie van de groeischijf. Een bijkomende mogelijkheid waardoor de pijn wordt geprovoceerd is de afwijkende stand van het hielbeen. Röntgenfoto’s kunnen de aandoening aantonen, maar vaak zijn de leeftijd van de jonge sporter en de plaats van de pijn al voldoende om de diagnose te kunnen stellen. Wanneer je het hielbeen met één hand omvat en als een soort sinaasappel samenknijpt zal dit als erg pijnlijk worden ervaren. Door middel van het aanmeten van een podotherapeutische inlegzool met voldoende schokdemping achterin worden de grondreactiekrachten drastisch vermindert waardoor kinderen al snel weer hun activiteiten kunnen oppakken.
Podotherapeutische zolen:
Samengevat is het tot een jaar of acht niet noodzakelijk om podotherapeutische zolen aan te meten aangezien het kinderlijf dan nog volop in ontwikkeling is. Uitzonderingen hierbij zijn een afwijkend gangpatroon, klagen over pijn of frequent zwikken of struikelen. Voetversterkende oefeningen kunnen soms ook al de oplossing bieden.
Schoenadvies:
Bij jonge kinderen is blootvoets lopen de beste voetentraining. Het lopen op vuil en erg ongelijk terrein brengt natuurlijk risico’s met zich mee zoals het oplopen van wondjes of verzwikkingen. In deze omstandigheden is het raadzaam schoenen te dragen.
Een aantal belangrijke punten waar de schoen aan moet voldoen zijn:
- Een goed stevig omsloten contrefort (hielpartij).
- Een hoge wreefsluiting om schuiven in de schoen te voorkomen.
- In verband met de groei en afwikkeling van de voet 1 cm lengtetoegift.
- De juiste breedtemaat.
- Een lage brede hak van maximaal 2 cm.
- Een loopzool met het buigpunt onder de bal van de voet.
- Bij voorkeur een rubberen zool met profiel aangezien dit meer schokdemping geeft en zorgt voor goede grip met de ondergrond.
Goede schoen:
Slechte schoen:
Afspraak maken? www.turnintogold.com/contact
Niet alleen voor turn(st)ers.